Al in de 9e eeuw werd er melding gemaakt over een ‘bedehuis’ te ‘Eclo’, maar we horen pas van een echte parochiekerk wanneer Eeklo zijn stadskeur kreeg in 1240. In de 1501 werden enkele herstellingen gedaan aan de kerk en werd een nieuwe klok aangebracht. Negentien jaar later werd een beuk bijgebouwd. In 1566 waaide de beeldenstorm van Antwerpen over naar deze streken. Enkele vooraanstaande personen hadden reeds de beelden en de kerkjuwelen verstopt. Bij gebrek aan beelden sloegen de beeldenstormers de altaren en een aantal graftomben stuk. Totdat in 1578 de calvinisten beweerden dat de katholieken bevoordeeld waren. Ze eisten o.a. dat ook zij hun godsdienstoefening in de kerk mochten houden. De Eeklose overheid en de vier leden van Vlaanderen: Gent, Brugge, Ieper en het Brugse vrije, verboden dit. De hervormers besloten daarom met geweld te nemen wat ze niet kregen. Ze drongen de kerk binnen en vernielden alles. Ze maakten zich meester van de kerkjuwelen en sieraden en verkochten ze openbaar. Ongeveer 15 jaar bleef het eens zo bloeiende stadje in puinen achter totdat de eerste nieuwe bewoners, Spaanse soldaten, de ruïne van de parochiekerk als fort inrichtten. Er werd onder anderen buskruit gestapeld. Op een zeker dag brak er echter brand uit en waren er een aantal ontploffingen. In de 17e eeuw begon men met de wederopbouw van de Kerk. Maar pas opgebouwd, werd hij alweer beschadigd door invallende Hollandse troepen van prins Frederik Hendrik. In de rustige jaren daarna werd de kerk opnieuw opgebouwd. In 1642 werd een parochiehuis voor de priester aan de kerk verbonden. Opnieuw werd de kerk bezet door de Hollanders en deed ze een tijdje dienst als paardenstal. Aan het einde van de Tachtigjarige Oorlog verkeerde de kerk dan ook in een gehavende toestand. In 1650 kwam er een nieuwe pastoor en werd de kerk opnieuw opgericht. Het hoofdaltaar is in witte steen gebeiteld door Lippens uit Gentbrugge, naar een tekening van voornoemde bouwmeester de Noyette. Links ziet men de “Bruiloft van Kana” en rechts de “Vermenigvuldiging der Broden”. Dit altaar werd geschonken door Ridder Karel Stroo, de eerste burgemeester van Eeklo na de onafhankelijkheid, en door mejuffrouw Nathalie De Hertogh uit Gent. Naderhand werd het gepolychromeerd en geschilderd door Matthias Zens (°1839, † 1921) uit Gent die in deze kerk zeer productief was. De geldelijke middelen voor de polychromie werden ter beschikking gesteld door Cesarine Steyaert, die ook de beide beelden schonk die het altaar flankeren (H. Juliana van Cornelisberg en H. Thomas van Aquino). Deze twee beelden, gemaakt tussen 1893 en 1900, waren eveneens van de hand van Matthias Zens. Zij werden daar opgesteld omdat het altaar in verhouding tot de totaliteit van de kerk ietwat te klein scheen opgevat te zijn. Matthias Zens maakte eveneens het koorgestoelte, naar een ontwerp van architect Modeste de Noyette. De muren zijn volledig beschilderd door het huis Leon Bressers uit Gent. Het schilderwerk begon in 1909 en eindigde slechts in januari 1912. Het middenschip is versierd met muurschilderingen die de belangrijkste personen uit het Oude Testament en uit het Nieuwe Verbond voorstellen. (Bron: Wikipedia) 

Adres Sint Vincentius: Kerkplein, 9900  EEKLO