De kapel bij het Blindeliedengasthuis in de Vriesestraat werd gesticht in de 14de eeuw met drie altaren en een koor, in de 17de eeuw diende de kapel tot kisthuis en voor opslag van turf. Aan het begin van de 17e eeuw was er in Dordrecht een kleine groep Lutheranen van enkele tientallen (ook wel Martinisten (naar Maarten Luther) genoemd hoewel dat iets geheel anders was). Eenmaal in de twee of drie weken kwam een predikant van elders. Op kosten van de lutherse Amsterdamse gemeente werd in 1620 een vaste predikant, Rudolphus Heggerus, naar Dordt gezonden en werd geprobeerd een passende ruimte voor de diensten te vinden. Begonnen werd met de verbouwing van een herenhuis aan de Museumstraat en er werd een officieel verzoek tot godsdienstvrijheid ingediend. Op aandringen van de gereformeerden (de latere Hervormde kerk) werden deze sektarische bijeenkomsten door de Staten van Holland verboden en moest de jonge predikant gedwongen de stad verlaten. Ook een poging in 1633 mislukte, in een pakhuis in de Weeshuisstraat waren een preekstoel en banken aangebracht. De gereformeerde kerkenraad besliste dat het gebouw moest worden gesloten. Na 1680 kwamen veel Duitse kooplieden in de stad wonen, het aantal Lutheranen in Dordrecht nam daardoor sterk toe. Frederik Mühlhoff, de eigenaar van de suikerraffinaderij de Ossekop, verzocht het gemeentebestuur om een kerkgebouw voor de Lutherse gemeente. De gemeente stemde, voornamelijk uit economische motieven, toe men kon kiezen uit twee gebouwen. De Trinitatiskapel werd verkozen omdat die zonder grote kosten als kerk kon worden ingericht, op 5 maart 1690 wordt de kerk door P. Wesseling, predikant te Amsterdam, ingewijd. De stad Dordrecht schonk in 1689 ook nog drie gebrandschilderde glazen in de voorgevel, vervaardigd door de glazenier Evert van Wel. (Bron: Wikipedia)
Adres Trinitatiskapel: Vriesestraat 22, 3311 KD DORDRECHT, Stichting Behoud Trinitatiskapel | Dordrecht
Wilt u reageren? Of heeft u een suggestie of een vraag? Klik hier.