Vermoedelijk omstreeks 1240 is op deze plaats een romaanse kerk gesticht onder het bewind van Hendrik III van Cuijk. Deze was gewijd aan de heilige Elisabeth van Hongarije die enige jaren voordien, in 1235, was heilig verklaard. Aan deze kerk is lang gebouwd, en in 1308 werd ze tot kapittelkerk verheven. Vermoedelijk door Jutta van Nassau, de tweede vrouw van de in 1308 gestorven Jan I van Cuijk, verwierf de kerk in 1312 enige relieken van Elisabeth. Na de brand van 1412 werd de kerk eerst provisorisch gerepareerd, maar onder Arnold van Egmont, hertog van Gelre van 1423 tot 1474, werd de kerk herbouwd en van 1506-1516 werd zij vergroot en in 1535 uitgebreid met hoge kruisarmen. Zo werd ze de grootste kruiskerk van het huidige Nederland. Achter de kruisarmen waren er vijf lage dwarspanden en ook waren er zeventien altaren. Omdat Grave een vestingstad was, werd ze echter regelmatig belegerd, waarbij ook de kerk grote schade opliep. Ondertussen was Grave in 1602 door Prins Maurits veroverd, waarop de kerk in Hervormde handen kwam. In 1798 werd ze aan de katholieken teruggegeven. In 1674 werd tijdens het beleg dat een einde maakte aan de Franse bezetting, de torenspits en een deel van het middenschip verwoest, en ook het beleg van 1794 richtte veel schade aan. Bisschop Joannes van Velde tot Melroy en Sart-Bomal, sinds 1802 in Grave gevestigd, bewerkstelligde dat de kerk enigszins werd hersteld en het interieur werd aangevuld met in Vlaanderen aangekochte kerkmeubelen. (Bron: Wikipedia)
Adres Sint Elisabeth: Hoofdwagt 1, 5361 EW GRAVE, https://www.st-elisabethparochie.nl/