Van het 13e-eeuwse kerkgebouw is met uitzondering van het ribgewelf niet veel overgebleven. In de eerste helft van de 15e eeuw werd de kerk aanzienlijk vergroot en in 1563 werd de klokkentoren gebouwd, die in 1816 net als de muur om het oude kerkhof werd afgebroken. Maar de grootste ramp voor de kerk werd een brand in het jaar 1850. Met de wijdingdocumenten gingen een groot aantal kostbare kunstwerken voorgoed verloren. De reconstructie van de kerk na de brand in 1850 vergde tientallen jaren. Als een van de eerste kerken van Krakau werd de Franciscanenkerk op 23 februari 1920 de status van basilica minor verleend. In 1895 werden het koor en het presbyterium van de kerk voorzien van neogotische beschildering door Stanisław Wyspiański en Karol Knaus. Stanisław Wyspiański voorzag de kerk ook van nieuwe jugendstil-vensters. Het eerste raam dat werd geplaatst was een krachtige voorstelling van de schepping (bekend als “God de Vader”) boven de westelijke ingang van de kerk. In de Passiekapel bevinden zich een kruisweg uit 1933-1946, het werk van Józef Mehoffer en in het altaar een kopie van de lijkwade van Turijn. In de kapel bevindt zich tevens de reliekschrijn van de in 1991 heilig verklaarde Aniela Salawa. (Bron: Wikipedia)

Adres Sint Fransiscusbasiliek: pl. Wszystkich Świętych 5, KRAKOW, http://franciszkanska.pl/