In 1630 werd het complex aan de Hoge Gouwe (op de “West-Gouwe bij de Joostenbrug”) aangekocht door Suitbertus Purmerent. Hij was de tweelingbroer van Petrus Purmerent, pastoor te Gouda van 1616-1663. Beiden zoons van Henrik Purmerent en Johanna Hey van Zeventer. Aan katholieke geestelijken was het recht ontzegd zich te vestigen. Door middel van deze juridische constructie kon het kerkgebouw in gebruik genomen worden voor de katholieke eredienst. De uitoefening van de H. Eucharistie was bij wet verboden, maar het Goudse stadsbestuur gedoogde dit tegen een vergoeding van het aanzienlijke bedrag van 1.200 gulden, die elk jaar door de Goudse katholieken moest worden opgebracht. De zaalkerk had een ideale ligging voor het gekozen doel; uit vier verschillende richtingen was ontsnappen mogelijk. dat die gelegenheden zich voordeden bleek o.a. uit een inval door de baljuw in 1643 om de dienst “te storen”. Hebzucht (van het stadsbestuur) won het van principe en zo werd de week daarna de mis gewoon weer opgedragen.
Adres Johannes de Doper: Hoge Gouwe 107, GOUDA, http://gos.okkn.nl/