In het Karolingische Rijk worden de Romeinse bouwmethodes verder ontwikkeld en verspreid naar gebieden waar deze kennis verloren was gegaan. Uit de Karolingische architectuur komt in de 9e eeuw de romaanse stijl voort, waarin een toenemende drang tot verticaliteit zich uit in de bouw van torens. Deze romaanse architectuur kenmerkt zich verder door het gebruik van ronde vormen, dikke muren en kleine vensters en vindt toepassing in de westerse christelijke wereld.
Onder andere deze kerken hebben een Romaanse Stijl: