De kerk verving de Sint-Pieterskerk, die op 14 augustus 1896 door brand vernield werd. Koning Leopold II koesterde grootse plannen voor Oostende, en had graag de afbraak van deze decanale kerk gewild. Maar hij stootte op verzet van de toenmalige deken. Kwade tongen uit de Brugse bourgeoisie verspreidden (onterecht) het gerucht dat de koning meer zou afweten van die brand. Feit is dat het parket na maanden onderzoek geen dader kon vinden. Het enige wat van deze kerk nog overblijft is de Peperbusse, de toren achter de huidige kerk. Maar de prestigieuze kerk kon nu wel gebouwd worden. De nieuwe kerk werd gebouwd in neogotische stijl tussen 1899 en 1905 naar de gedetailleerde plannen van de Brugse stadsarchitect Louis Delacenserie (1838-1909). Eerst had hij die opdracht geweigerd wegens tijdgebrek, maar, onder druk van Leopold II, aanvaardde hij toch de opdracht. De stijl van de kerk is gespiegeld aan de gotische stijl van de Dom van Keulen, maar ook aan de neogotische Votivkirche in Wenen. De plannen waren uiterst gedetailleerd. Elke steen, elk decoratief element werd nauwkeurig getekend. Delacenserie heeft het type van hooggotische kathedraal herleid tot een monumentale kerk met volmaakte proporties. Achter de kerk bevindt zich als uitbreiding van de kerk, een neogotische kapel met het praalgraf van koningin Louise Marie. Zij stierf in Oostende op 11 oktober 1850. Op vraag van Leopold II werd deze abciskapel gebouwd op zeshoekig grondplan, zoals de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken. De buitenkant van de kapel is overvloedig versierd met gotische elementen. Het monumentale praalgraf uit wit Carraramarmer is van de Herentalse beeldhouwer Charles August Fraikin (1817-1893). Het is een typische romantische beeldhouwkunst. Het bevond zich oorspronkelijk in de crypte van de Sint-Pieterskerk. Het werd ingehuldigd in 1859. De koningin is echter begraven te Laken. (Bron: Wikipedia)

Adres Sint Petrus en Paulus: Sint Petrus en Paulusplein, OOSTENDE